Jij vindt het ‘natuurlijk’ om je ervaring uit het verleden als referentiepunt te gebruiken voor het beoordelen van het heden. Maar dit is onnatuurlijk, want het is waan. Wanneer je eenmaal eenieder hebt leren zien zonder de minste verwijzing naar het verleden, noch dat van hem, noch dat van jou zoals jij dat waarnam, zul je in staat zijn te leren van wat jij nu ziet. Want het verleden kan geen schaduw werpen op het heden en dat donker maken, tenzij jij bang bent voor licht. En alleen als je dat bent, kies je ervoor het duister met je mee te nemen, en het, door het in je denkgeest vast te houden, als een donkere wolk te zien die je broeders verhult en hun werkelijkheid aan jouw zicht onttrekt.’ (ECIW HF13 VI)
‘Eens een klootzak, altijd een klootzak’ maar ook: ‘eens een lieverd, altijd een lieverd.’
Hoe snel worden deze vergissingen in onze denkgeest gemaakt? Nog voordat we persoon x ontmoeten, komen de beelden uit het verleden al aangesneld.
De archiefkast wordt geopend en alle grieven en speciaalheid worden erbij gepakt.
De oordelenmachine begint te ronken en binnen de kortste keren is er een schaduw geworpen over het heden. Wat we nu zien is een privé-wereld vol beelden en gedachten die in onze eigen geest gekoesterd en gemaakt worden.
Maar beseffen wij wel wel dat dit ons blind maakt voor de werkelijkheid van de ander, voor het licht dat achter onze waarnemingen schuilgaat?
Het vreemde is, dat dit licht waarnemen in de ander zo’n onbeschrijfelijk gevoel van vreugde en blijdschap met zich meebrengt, maar toch kiezen we vaker voor de oordelenmachine.
Een Cursus in Wonderen heeft dan geen ongelijk in zijn conclusie dat we dan wel bang moeten zijn voor het licht.
En aangezien we ten diepste met elkaar verbonden zijn en er maar één denkgeest is, staat het licht in de ander zien gelijk aan het licht in jezelf zien.
Want wat je ziet, ben je áltijd zelf!
Dat is de theorie..
Nu nog gaan leven..
Dat is de uitdaging..
Elke dag weer..
Comments